Archieven 2024

Liever lui dan moe

Vertragen
Met jezelf zitten
Achterover leunen
Naar binnen keren
Ontspannen
Voor jezelf zorgen

Zomaar even wat termen die mij de afgelopen paar jaar vreselijk de kriebels gaven. Termen van deze tijd. Termen die ik ook steeds maar als advies kreeg, die ik aannam en gelijk weer weggooide. Termen waar ik echt precies niks mee kon. Totdat mijn lichaam mij in de steek liet. 

Uitgeput

‘App jij even om te vragen of je met iemand mee kan rijden?’, instrueer ik mijn zoon afgelopen zaterdagochtend. Hij heeft basketbalwedstrijden en moet om half 10 in Vlissingen zijn. Normaal ga ik zelf met hem mee maar ik lig op bed, kan mijn ogen niet open doen en mijn lijf voelt te zwaar om te bewegen.
Dit fenomeen gebeurt deze ochtend niet voor het eerst. In het afgelopen jaar is dit een aantal keer voorgekomen. Ik kan het moeilijk uitleggen hoe het voelt, maar ik kan letterlijk niet opstaan. Ik wil wel, ik weet ook dat ik moet, maar er is geen beweging in te krijgen. Mijn bewustzijn is er wel, ik kan mijn zoon horen praten en ik kan zijn vragen beantwoorden. Maar mijn ogen willen niet open en mijn lijf voelt zo intens zwaar aan. Soms moet ik nog een uurtje of twee slapen om wel op te kunnen staan, soms heb ik een hele dag nodig.

Liggen en slapen

In het najaar van 2023 begon mij op te vallen dat ik zo onbeschrijfelijk moe was. Vermoeidheid was mij niet vreemd, want dat sluimerde al een aantal jaar, maar dit moe zijn was echt iets van een heel ander level. Ik sliep enorm veel, op elk moment van de dag dat het maar even kon. Als ik buiten de deur was, kon ik alleen maar denken aan liggen en slapen. Ik was geneigd om overal waar ik kwam gewoon te gaan liggen. Midden in de stad, op het werk, bij een restaurant, in de trein, bij de tandarts, in de auto, bij familie. Overal. Liggen en slapen was alles waar ik hele dagen aan kon denken.
In eerste instantie gaf ik mezelf de schuld van deze vermoeidheid. Ik was tenslotte kilo’s aangekomen toen ik stopte met roken, dat zware lijf was gewoon lui geworden. Ik had mijn lichaam verwaarloosd, volgestopt met suikers en vetten, daarom wilde het alleen nog maar slapen. En ik had mijn lichaam alleen nog maar luier gemaakt door zo bovenmatig veel te slapen. En ik was in mijn aard gewoon een lui mens. Dit had ik diep van binnen natuurlijk altijd al geweten, maar nu kon ik het niet meer faken en was de dag aangebroken dat de buitenwereld dit ook zou gaan zien. Dus ik sleepte mezelf naar de sportschool, om te redden wat er nog te redden viel, dat kon naar mijn idee alleen nog daar. 

Gewoon lui

Het najaar ging over in de winter en ik gleed steeds verder af, niet alleen psychisch maar ook lichamelijk. Er zat geen greintje wilskracht meer in me. Als mijn zoon in het weekend naar zijn vader was, deed ik niets anders dan in bed liggen of op de bank hangen. Huishouden, koken, de hond uitlaten. Ik deed het allemaal niet meer. Als ik moest werken kon ik dat alleen door mijn veel te grote gevoel van verantwoordelijkheid, lopen kostte alles wat ik in mij had en aardig doen tegen anderen nog veel meer dan dat. Er waren zoveel momenten dat ik wilde opgeven. Dat ik wilde liggen, slapen en niet meer wakker wilde worden tot mijn batterij volledig opgeladen was. Het concept winterslaap vond ik bijzonder aantrekkelijk.
Ik was mentaal en fysiek volledig afgetakeld, maar ik dacht nog steeds dat ik gewoon lui was en ik strafte mezelf genadeloos af voor alles wat ik niet meer deed in mijn dagelijks leven. 
Uiteindelijk was het niet vol te houden en escaleerde het volledig, dat was het moment dat ik een heel klein beetje kon overgeven aan het moe zijn. Ik sliep nog meer dan ik in de maanden daarvoor had gedaan. Op sommige dagen was ik maar een paar uurtjes wakker om aanwezig te zijn voor mijn zoon. In sommige weekenden, zonder mijn zoon, sliep ik 72 uur achter elkaar. En soms kon ik gewoon letterlijk niet opstaan door de vermoeidheid. Maar ondanks al het slapen trok ik niet bij in mijn energiepeil en kwam de overtuiging dat ik lui was weer naar boven. 

Langzaam herstel

In de afgelopen maanden heb ik heel wat te stellen gehad met mezelf als het aankomt op die buitensporige vermoeidheid. Het is iets wat dagelijks speelt. Dagelijks staan mijn oordelen op mij te wachten en heb ik vragen waar nu nog geen antwoorden op zijn. Er is een flinke hoeveelheid bloed afgetapt om te onderzoeken of er een lichamelijke oorzaak was, die was er niet. Ik heb al heel wat supplementen geslikt om enige verbetering te ervaren, die verbeteringen komen en gaan. Ik heb mij psychisch laten onderzoeken om op dat gebied antwoorden te krijgen, die heb ik gekregen. En ik ben iemand die altijd mijn fair share, of misschien wel iets meer, van zelfonderzoek doet. Dus ik ben gaan spitten in mijn afgelopen jaren om te zien waar het mis is gegaan. In grote lijnen is te zien dat ik mijzelf eerst mentaal heb uitgeput en toen ik daarin mijn max had bereikt heeft mijn lichaam het overgenomen en ben ik dat op mijn gemakje gaan slopen, alle signalen negerend die ik onderweg kreeg. Omdat ik niet geluisterd heb heeft mijn lichaam er zelf uiteindelijk een stop op gegooid, toen het echt niet meer in staat was om nog iets te doen. Nu kan ik niets anders doen dan vertragen, achterover leunen en de tijd zijn werk laten doen, naar binnen keren om proberen te voelen wat ik nodig heb, voor mezelf zorgen door iedere keer weer te bepalen waar ik wel en geen energie voor heb. Nu smijt ik zelf deze termen in het rond, vooral vertragen ligt lekker in mijn vocabulair. 

Liefs Judith

Mediteren voor een semi-beginner

Ik lig in mijn bed, het is laat op de avond en tijd om te gaan slapen. Ik ga op m’n allerlekkerst liggen, wiebel nog een beetje met mijn lichaam, zorg dat de dekens mij helemaal bedekken en druk dan op de play knop van mijn telefoon. 

‘Dit relax moment is helemaal voor jezelf’, hoor ik een zachte vrouwenstem zeggen. Het is een prima prettige stem. Op de achtergrond klinkt zachtjes een rustgevende melodie. ‘Laat alle weerstand die je nog voelt maar langzaam van je afglijden. Je hoeft je nergens druk om te maken. Laat alle gedachten maar komen en gaan. Laat alle onrust er maar zijn. Het enige wat je hoeft te doen is het volgen van mijn stem.’ Oké, dit klinkt als iets wat me wel zou moeten lukken. Ik weet, uit de kleine beetjes ervaring die ik heb, dat ik toch wel weg zal glijden in mijn eigen gedachten maar dan kan ik altijd terug naar haar stem. 

Therapie aanbod

Een aantal weken na mijn concluderende gesprek over het therapeutisch onderzoek heb ik opnieuw een afspraak met de psycholoog. Dit gesprek gaat over hoe nu verder, want er is een conclusie maar daar moet natuurlijk ook iets mee. Het aanbod wat hij doet is gericht op het leren voelen in mijn lijf en dus uit mijn hoofd komen. Dat zal best een pittige opgave zijn denk ik zo, voor iemand die vrijwel altijd alles doet met haar hoofd en bijna niets met haar lijf. De psycholoog is ervan overtuigd dat als ik dit leer, ik een kwalitatief beter leven kan leiden en dat depressies en angsten dan mogelijk zelfs tot het verleden behoren. Dat klinkt zowel als muziek in mijn oren als ook als een soort onbereikbaar sprookje. Tegelijkertijd besef ik mij ook heel goed dat ik hier heel hard voor moet werken, want dat ik alles met mijn hoofd op probeer te lossen doe ik ook al zolang ik kan denken. Het aanbod is dan ook niet mals. Drie dagen in de week groepstherapie voor de duur van 9 maanden. Die drie dagen zijn dan ook gewoon volle dagen van 7 uur, een parttime baan aan therapie. 
Tijdens de uitleg van de psycholoog over waarom hij denkt dat dit het beste voor mij is volg ik hem volledig. Alles lijkt heel logisch in elkaar te vervloeien en ik voel aan alles dat dit is wat ik moet doen, ook al vind ik het heel heftig en voel ik ook een bepaalde weerstand tegen groepstherapie en de intensiteit van dit traject. ‘Maar’, zeg ik tegen hem, ‘ik zal dit gaan doen, maar laten we het dan wel echt goed doen zodat dit ook daadwerkelijk het laatste is wat ik zal doen’. Die woorden spreek ik hoopvol maar ook twijfelachtig uit. Ik hoop echt vurig dat dit het laatste is wat ik moet doen om mijn leven te kunnen gaan leiden zoals ik dat wil, niet meer geleid door mijn mentale toestand.

‘Je ademt ontspanning in en alle spanning uit. Het kan fijn zijn om je bij elke inademing een kleur voor te stellen. Bijvoorbeeld wit licht en bij elke uitademing een donkere kleur.’ Oh shit een kleur. Even denken, welke kleur moet ik kiezen? Welke kleur staat voor ontspanning en welke kleur vind ik spanning? Uhm, even denken, uhm, ik weet het niet! Oh nee, ze gaat al verder en ik heb nog geen kleur. Welke kleuren adem ik? Kom op Judith, kies iets, kies iets. Zo moeilijk kan het toch niet zijn. Kies een kleur!

Emoties leren reguleren

Emotieregulatie. Ik google het, want ik weet er eigenlijk helemaal niet zoveel vanaf. Anders dan dat het een term is die ik vaak heb gehoord tijdens mijn studie en dat je het dus kan of niet. Maar wat het nu echt inhoudt om je emoties te reguleren, daar heb ik eigenlijk geen idee van. Google vertelt me dat het vooral gaat om het uiten van je emoties en daar doe ik eigenlijk vrij weinig aan. Vermijden en het niet voelen, daar ben ik echt een ster in. Het voor mezelf houden, dat kan ik ook echt heel goed. Het oplossen met mijn hoofd is mijn superpower. Of nou ja, niet echt natuurlijk anders was ik niet op dit punt in mijn leven gekomen. Als ik beknopt weet wat emotieregulatie is, verander ik mijn zoekterm in Google. Ik wil nu weten hoe ik het kan leren en het liefst wil ik natuurlijk die ene quick fix. Dan kan ik over een paar weken alsnog zeggen dat zo’n heel traject van 9 maanden niet meer nodig is. 
Binnen no time heb ik met deze zoektermen een scala aan workshops, retraites en opleiding gevonden. Voor iets minder dan €400 kan je je hart ophalen aan een workshop emoties reguleren, gewoon in één dagje. Dat staat wel echt in zwaar contrast met de 9 maanden, 21 uur per week, die ik eraan moet gaan besteden om dit op te lossen. 
Niet verbazingwekkend dat ik de quick fix natuurlijk niet vind en ik zal mij erin moeten berusten dat ik er echt heel veel tijd, werk en energie in zal moeten steken. Dat is oké. Maar ik ga de komende weken, dat ik wacht op de intake en de start van het programma, niet zitten wachten. Ik weet dat ik dat niet kan, want alle raderen draaien alweer in mijn hoofd om dit ‘probleem’ op te lossen. Ik wil iets nuttigs gaan doen, iets wat mij al een beetje vooruit helpt. Mijn zoektocht brengt mij bij mindfulness, ontspanningsoefeningen, yoga, ademhalingsoefeningen en mediteren. Allemaal woorden waar ik een beetje kriebel en weerstand van krijg, maar ik weet dat ik er aan zal moeten en de conclusie van het onderzoek en mezelf daarin serieus zal moeten nemen. Dus ik download de app Insight Timer en ga ermee aan de slag.

‘Zo dadelijk ga ik je vragen om een aantal zaken te visualiseren.’ Yes, heel fijn. Ik vind visualiseren echt heel fijn om te doen. ‘Het is helemaal niet erg als het je niet lukt om alles voor je te zien wat ik je vraag te visualiseren. Misschien merk je zelfs dat je gedachten afdwalen en mijn stem meer naar de achtergrond verdwijnt en ook dat maakt helemaal niets uit.’

Mediteren kun je leren, misschien

Zo’n twintig jaar geleden maakte ik kennis met mediteren, yoga en mindfulness. Ik werd toen voor het eerst behandeld voor mijn angst- en paniekstoornis en daar is je bewust zijn en in het heden aanwezig zijn een belangrijk onderdeel van. Ook ademhalingsoefeningen kwamen aan bod en de welbekende bodyscan. Ik voel nu nog de weerstand die dat toen bij mij opriep. Ik kreeg een mp3 bestandje mee met oefeningen en die moest ik thuis maar doen en ik kreeg het advies om naar yoga te gaan. Ik begon braaf aan de begeleide meditaties in het mp3 bestandje. De bodyscan was de eerste die ik moest doen. Een oefening van 8 minuten, best te overzien, dat was zo voorbij. Ik begon en binnen de twee minuten was mijn boosheid en agressie zo groot gegroeid dat het de overhand nam. Ik wist niet waar ik het laten moest, ik wist niet of ik er iets mee moest doen, ik wist niet of het normaal was, ik wist helemaal niets. Ik stopte er na 4 minuten mee en was zo verschrikkelijk woest en volledig uitgeput. De volgende dag was een ademhalingsoefening en vanaf de start van de oefening kwam ik binnen korte tijd, misschien nog niet eens een halve minuut, in een paniekaanval terecht die ik juist zo secuur mogelijk probeerde te vermijden in het dagelijks leven. Dit was alles behalve prettig en helpend en het duurde dus niet lang voor ik begon te faken dat ik deze oefeningen thuis deed. Ik luisterde naar wat anderen over de oefeningen zeiden en baseerde daar mijn onechte ervaringen op. Het werkte, er was geen haan die ernaar kraaide en zo begon mijn carrière van mijzelf door mijn therapie heen saboteren.

‘Stel jezelf maar eens voor op een bijzondere plek’. 
Ah fijn, die heb ik al klaar staan. Mijn zonovergoten grasveld met de boom en de schommel. Ja hoor, ik ben er en ik lig lekker in het gras. 
‘Ergens heel ver van hier. Je ligt op een prachtig verlaten strand.’ 
Oh shit, ik ben niet op mijn grasveld. Ik lig op een strand, oké even een strand tevoorschijn toveren. Yes ik heb hem. 
‘Op een tropisch eiland’.
Oh oké, ja dan moet ik me weer even verplaatsen, een tropisch eiland. De Dominicaanse Republiek it is, dat hele witte strand met het zachte zand. Jawel, ik ben er. 
‘Het zand is bijna wit, het voelt heel zacht’.
Ja precies, dat zeg ik. Wit en zacht. Nu zit ik op het goede strand.
‘Je gaat er doorheen met je handen en terwijl het langs je vingers stroomt voel je dat het is opgewarmd door de zon. In de verte hoor je een paar meeuwen. Er staat een zachte zeebries die zorgt voor het ritselen van de bladeren, van palmbomen die aan de rand van het strand staan.’

Yoga

De eerste yogales die ik twintig jaar geleden deed, gaf hetzelfde effect als de oefeningen die ik thuis deed. Woede, agressie, weerstand, recalcitrantie. Ik keerde na die ene keer dan ook nooit meer terug naar een yoga sessie. 
In de twintig jaar daarna zijn ontspanningsoefeningen in mijn therapieën op mijn pad blijven komen. En ik werd een pro in het doen maar niet doen van deze oefeningen. Ik hoorde ze wel, maar ik hoorde ze ook niet. Ik wist wat er van mij verwacht werd als ik antwoorden moest geven op vragen over deze oefeningen en ik gleed er doorheen zonder er ook maar iets bij te voelen of er ook maar iets aan te hebben. Hoe ironisch dat je dan, twintig jaar later, dus weer voor dezelfde opgave staat. Uit je hoofd en in je lichaam. 
In al die weken dat ik wist dat ik uit mijn hoofd en in mijn lichaam zou moeten gaan leren komen, wist ik ook dat ik weer terug zou moeten keren naar begeleide meditaties thuis en naar yogalessen in een klasje. De Zeeuwse Yogaschool is dan de plek waar je moet zijn, wist ik dan weer wel. Ik ploos de hele website uit en wist uiteindelijk welke vorm ik moest hebben. Want daar waar er twintig jaar geleden maar één vorm was, heb je nu de keuze uit een ruim aanbod. Yin Yoga zou mijn les moeten zijn en ik boekte, met enige weerstand, een proefles. In het ergste geval zou ik van binnen heel woest worden tijdens de les en nooit meer terugkeren. 
Vorige week bezocht ik de les en ik was best wel gespannen voor wat ik aan zou treffen. Bij aankomst lag er al een matje, kussens en een dekentje klaar. Geen idee waar ik dat allemaal voor zou moeten gebruiken, maar ik zou gewoon de instructies opvolgen. Ik deed 75 minuten lang mee met de les. Deed alles wat er van mij gevraagd werd en probeerde mij in elke positie te wurmen om die vervolgens een ongemakkelijke drie minuten aan te houden. Ik voelde weerstand, ik voelde pijn in mijn lijf, ik voelde ongemak, maar ik voelde geen woede. Halverwege de les was ik er al over uit dat ik dit voorlopig moet gaan doen, omdat dit mij verder gaat helpen in mijn proces. Dus ik besloot de sportschool in te ruilen voor de yogaschool en ik zal mij daar voorlopig iedere week bevinden om te leren voelen in mijn lichaam, zonder mijzelf te saboteren. 

‘Laat dan nu je focus maar helemaal los. De focus van je gedachtes, van je lichaam, van andere objecten. En voel dat je drijft als een wolk in de lucht. Zo leeg, zo licht. Als een blaadje op de golven van de zee.’
Ja ben ik nou een wolk in de lucht of een blaadje in de zee?
‘Als een vogel in de lucht.’
Oké, terug de lucht in dus.
‘En stel je dan maar voor achter op de rug van een wild paard. 
Oh, de lucht weer uit en op de grond, achterop dat paard. Check, ik ben er. 
….
‘Je spreidt je handen en het paard blijft door rennen. Steeds verder weg, totdat je weer uitkomt op de plek waar we zijn begonnen. Je ligt nog steeds op dat prachtige strand.’
Holy shit, hoezo komt ineens dat strand weer tevoorschijn? Oké, terug maar dat strand dus.
‘Het onbewoonde eiland.’
Sinds wanneer is het een onbewoond eiland? Dat had je niet gezegd. Ik zat alleen op het strand, maar achter mij waren gewoon huizen, was er gewoon een dorp. Waar komt dat fucking onbewoonde eiland ineens vandaan?
‘Niemand om je heen. En op het eiland hangt bijna een magische sfeer.’
Nee, nee, nee. Je kan niet ineens mijn hele eiland omtoveren tot iets wat het helemaal niet was!
‘En als je opkijkt zie je dat de zon langzaam aan het ondergaan is.’
Ook nee!! Het was gewoon nog midden op de dag, het is niet ineens tijd voor een ondergaande zon. 
‘Prachtig. De lucht kleurt roze, paars, oranje, rood.’
Nee hoor, het is gewoon nog midden op de dag. Een helderblauwe hemel. 
Je hebt zin om de zee in te stappen, om te zwemmen, om te genieten. Je staat langzaam op en loopt…’
Nee, nee, nee, dit is echt helemaal verkeerd. Ik wil niet zwemmen, ik sta niet op. Nee hoor, ik blijf zitten. Ik ga niet zwemmen. 
‘Je besluit op je rug te gaan liggen. En het water is zo zout dat je blijft drijven.’
Wat is dit nu weer? Ik ben niet in Egypte, dit is de Dode Zee niet. Ik ben op de Dominicaanse.
‘Terwijl je naar boven kijkt zie je het wilde paard door de lucht vliegen.’
En nu is het genoeg!

Ik zet de begeleide meditatie uit en zit in een vreselijke error. De woede is tijdens de meditatie gegroeid en ik weet niet waar ik het laten moet. Mijn hoofd maakt overuren op wat ik net allemaal gehoord heb. Ik moest van mijn hoofd in mijn lijf gaan zitten en heel even was ik daar, maar ik ben duidelijk weer in volle vaart teruggeschoten in mijn hoofd. 
Mediteren moet je leren en dus zet ik morgen maar weer een meditatie aan voor het slapen gaan, maar wel een andere dan vandaag. 

Liefs Judith

Therapeutisch Psychologisch Onderzoek

De tranen stromen over mijn wangen en het lukt me niet om ze tegen te houden. Naast mij zit de psycholoog die met mij het TPO zal doorlopen de komende weken. Ik kan hem niet aankijken, ik durf hem niet aan te kijken. Ik, het hoopje ellende met de eindeloze zee van tranen. Hij moet zich wel afvragen wat hij nu weer voor idioot in zijn spreekkamer heeft gekregen en ik vraag mij af wat ik hier in vredesnaam doe.

Kennismaking

Mijn eerste kennismaking met deze psycholoog was niet warm en hartelijk. Hij stelde zich niet voor, legde niet uit wat we gingen doen, hij begon gewoon ergens in het midden en dat kwam mij rauw op mijn dak. Mijn hoofd begon direct overuren te maken, want ik moest hem zo goed mogelijk uitleggen wat er in mijn hoofd gebeurde. Niemand had dat ooit begrepen en dit was, naar mijn idee, het laatste moment om het iemand duidelijk te kunnen maken. Dus ik begon te ratelen, probeerde alles te zeggen wat ik dacht en probeerde dat ook nog enigszins chronologisch te vertellen. Op een bepaald moment zei hij: ‘Ik weet niet wat je nu eigenlijk wil zeggen, maar mij ben je kwijt. Je gaat van de hak op de tak en ik weet niet meer waar we het over hebben. Herken je dat van jezelf?’ Ik begon nog harder te huilen, ik voelde mij zo niet begrepen en vooral niet gehoord. Ik probeerde nog wat uit te leggen tussen mijn tranen door, maar het mocht niet baten. Ik kreeg mijzelf weer niet uitgelegd. De rest van de sessie probeerde ik alleen nog maar de dingen te zeggen die echt belangrijk waren. Het werden korte antwoorden op vragen, want ik wist niet meer hoe ik mij moest verhouden tot hem. De teleurstelling kwam over mij heen, dit was niks van wat ik ervan had verwacht. Had ik hier nou zeven maanden op zitten wachten? Het laatste minuscule vonkje hoop wat er nog was geweest, die was nu geblust. Al mijn hoop was weg en ik wist dat ik na deze sessie niet meer terug zou komen. 

Een week later

Maar zo stellig bleef ik niet. Naarmate de week vorderde twijfelde ik er steeds meer aan of ik toch nog terug moest gaan. Ik wist zeker dat ik voor mijzelf niet terug hoefde te gaan, maar ik had ook nog een bedrijfsarts die op antwoorden zat te wachten. Wat moest ik tegen hem zeggen? Dat ik geen zin had om het af te maken omdat ik die man een eikel vond?
Dit was het enige wat ik op het moment had lopen. Ik kon terug naar de POH’er, maar die gesprekken sloegen ook nergens op dus dat zou mij ook niet verder helpen. Ik kon nieuwe hulp aanvragen, maar hoe lang zou ik daar dan op moeten wachten en welke hulp zou dat dan moeten zijn? Ik wist dat er iets mis was met mij en ik had het nodig dat iemand anders voor mij uit zou vogelen wat dat ‘iets’ was. Diep van binnen had ik een enorme behoefte aan een diagnose, zodat ik iets de schuld kon geven van mijn gemoedstoestand, van die belachelijk grote depressie. Ik wilde het voor even buiten mijn macht kunnen leggen, want ik had al zoveel binnen mijn macht gedaan en dat had allemaal niet geholpen. 
Ik besloot dus nog één keer te gaan. Gewoon om te weten te komen of die man echt een eikel was of gewoon sociaal onhandig en zo belachelijk slim dat hij alle antwoorden voor mij had. 

Ook de tweede sessie werd een enorme klote sessie en ik bleek die man toch gewoon een afschuwelijke eikel te vinden. Hij wilde steeds maar van mij weten wat ik dacht dat dingen voor hem deden. Hoe ik reageerde, hoe ik vorige week mijn ogen uit mijn kop had zitten huilen, hoe ik vorige week de vraag bij hem had neergelegd wat er mis met mij was. En in alle eerlijkheid kon mij dat echt werkelijk geen reet schelen want ik weet ook uit ervaring dat hij voor dit soort vragen een team heeft waar hij op terug kan vallen en dit soort dingen kan bespreken, dus leg het in godesnaam niet bij mij neer. Maar dat durfde ik natuurlijk niet te zeggen. Want eerlijkheid vind ik lastig als ik weet dat ik er iemand mee kan kwetsen. Dus mijn hoofd draaide overuren en ik gaf overal de antwoorden die het beste pasten bij zijn vragen.
Ik paste me aan, worstelde mij door de twee uur durende sessie heen en ging naar huis. Ik besloot, dit hoef ik echt niet te doen. Ik ga nu echt niet meer terug. Ik zoek wel iets anders, al moet ik er de hele aarde voor afstruinen om datgene te vinden wat passend is, maar dit niet meer.  

Nog een week later

Die tweede sessie had ik een test afgelegd waarbij ik mijn vroegste herinneringen op moest schrijven. Gek genoeg gingen de meeste herinneringen over mijn vader, waar ik al meer dan twintig jaar geen contact meer mee heb. Het waren onprettige herinneringen geweest en ze hielden mij de hele week bezig. Er vormde zich allerlei vragen in mijn hoofd en ik kon er geen grip op krijgen hoe mijn sessies deze wending hadden kunnen hebben. Ik was er van overtuigd dat ik dit allemaal allang een plekje had gegeven, dus waarom kwam dit dan ineens weer naar boven? Ik werd nieuwsgierig en ik wilde antwoorden hebben. Ik wilde weten wat dit verleden te maken had met mijn gemoedstoestand in het heden. 

Een week later zat ik dus gewoon weer bij mijn derde sessie, ook al had ik mij voorgenomen niet meer te gaan. Ik was volledig voorbereid om een afschuwelijke sessie door te maken met een hork van een vent tegenover mij. Ik zette me schrap.
De sessie begon zoals de vorige, met een terugblik op wat de vorige sessie met mij had gedaan. Ik maakte een stom grapje en tot mijn verbazing begon de psycholoog te lachen. Ik nam het sceptisch in mij op en ging verder met wat er van mij gevraagd werd. Ik kreeg wederom een test, deze keer met afbeeldingen van mensen die iets aan het doen waren. Ik moest hierbij een aantal zaken benoemen en zodra ik de eerste afbeelding zag ontstond er in mijn hoofd de, voor mij welbekende, explosie. Mijn gedachten gingen als een razende tekeer en waren haast niet meer bij te houden. Ik maakte linkjes die uit het niets leken te komen, in split seconds overwoog ik van alles en verschenen er weldoordachte conclusies. Maar tegelijkertijd kon ik geen keuzes maken, gierde de onrust door mijn lijf en mijn hoofd, kreeg ik mijn gedachtes niet geordend en werd alles vreselijk onoverzichtelijk. Ik wist op dat moment dat ik heel erg hard aan het werk was, misschien wel harder dan nodig, maar ik kon het niet stoppen. 
Aan het eind van de sessie vertelde de psycholoog mij wat hem was opgevallen. Ik had niet meer zulke hoge verwachtingen van de uitkomsten van dit onderzoek, dus toen hij mij precies uitlegde hoe mijn hoofd werkte, was ik verbouwereerd. Rust gleed als een deken over mij heen. Eindelijk had iemand begrepen wat mijn hoofd doet, eindelijk werd ik gezien, eindelijk had ik mijzelf duidelijk kunnen maken. 
Dit was het moment dat ik besloot het helemaal af te maken tot het einde, want mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld en ik wilde weten wat hieruit zou komen. En niet in de vorm van een diagnose, juist niet. Ik wilde weten welke kant ik op kon gaan, niet meer en niet minder.

Nog een paar weken later

Ik zat in mijn laatste sessie, de sessie waarin er conclusies zouden worden gemaakt. Ik was wat gespannen omdat ik niet wist of er ook een diagnose aan gehangen zou worden en inmiddels wilde ik helemaal geen diagnose meer. Ik wilde gewoon een duwtje in de goede richting.  
In de eerste sessie had ik een aantal vragen op moeten stellen die ik had over mijzelf en mijn situatie. Eén voor één begonnen we die samen te beantwoorden. Ik gaf aan hem terug wat ik in de sessies van het TPO had geleerd en hij gaf aan mij terug wat er uit de tests was gekomen die ik had gemaakt en wat hij over mij had geleerd tijdens de gesprekken. 
Ik zat naar hem te luisteren en langzaamaan begon het tot mij door te dringen dat deze ‘eikel´ van een psycholoog mij vanaf het begin al goed had gezien en had kunnen doorgronden. Zijn conclusies raakten alles waar ik tegenaan loop in mijn leven. Van het voelen, aangeven en bewaken van mijn grenzen, tot het soms wonen in mijn hoofd, tot de emoties die ik niet goed lijk te kunnen reguleren, tot hoe de depressie tot stand komt.
Ik had mij in de afgelopen jaren therapie, bij verschillende psychologen en therapeuten, nog niet zo gezien en gehoord gevoeld zoals ik het nu ervoer. En het grootste deel van de sessies had ik de indruk dat dit TPO geen verschil zou gaan maken, dat ik wederom niet gezien en gehoord werd. Daar bleek ik toch even vreselijk naast te zitten. 
Natuurlijk werd er een diagnose gekoppeld aan alle tests en gesprekken die ik had gehad. Dat is hoe het tenslotte gaat met dit soort onderzoeken. Van die diagnose moest ik wel even slikken, maar tegelijkertijd realiseerde ik mij ook dat dit mij niet definieerde als persoon. Ik ben niet mijn diagnose, dus die laat ik helemaal links liggen. Ik zal verder varen op de conclusies en antwoorden die aan mijn vragen gehangen konden worden. Waarbij de belangrijkste vraag voor mij was hoe ik mijn kwaliteit van leven kan verbeteren. Dat antwoord is er en daar kan ik mee aan de slag. Dat antwoord geeft mij weer een klein beetje hoop voor een toekomst waar ik van kan genieten.

Liefs Judith

De diagnose

‘Ik wil niet hetzelfde doen wat anderen deden, maar…’. 
Laten we daar deze scène even op pauze zetten, dan zet ik even de setting voor je uiteen. Ik zit in een knus kantoortje waar ik vrijwillig binnen ben gelopen om een update te geven over mijn gesteldheid. Ik zit aan een vierkant wit tafeltje, op een grijze stoel die comfortabeler zit dan dat hij oogt. Mijn gesprekspartner zit recht tegenover mij en kijkt me met een serieuze maar nadenkende blik aan. Ik heb zojuist verteld dat ik de afgelopen dagen veel diagnoses naar mijn hoofd heb gekregen, van zowel mensen mét als zonder verstand van diagnoses. Ik heb hier ook bij verteld hoe ontzettend lastig ik dat vind en dat het allemaal best wel wat met mij doet. En toch! Toch kiest ze ervoor om haar zin zo te beginnen. Ik weet natuurlijk direct dat er een nieuwe diagnose mijn kant op zal worden geslingerd. Hoogbegaafd kwam er uit deze vrouw, want ‘een vriendin van mij heeft echt precies dezelfde klachten die jij hebt en zij heeft nu vorige week haar diagnose hoogbegaafdheid gekregen. Daar zou je dus ook echt aan kunnen denken hoor Judith’. 

Verklaren

Ik was net een maand of twee bezig aan mijn herstel en het ging vreselijk moeizaam. Ik liep inmiddels bij een POH GGZ, een praktijkondersteuner van de huisarts, want meer hulp kon ik op dat moment niet krijgen vanwege alle wachtlijsten die er overal waren en nog steeds zijn. Ik had geen bijzondere klik met deze man, daarbij had hij continu allerlei meningen overal over en vond hij ook dat onze verhalen veel met elkaar gemeen hadden. Hij schroomde dus niet om steeds over zichzelf te praten. Ik onderging het gedwee en bleef als een mantra tegen mezelf zeggen dat hij alleen maar als stok achter de deur fungeerde. Meer hoefde hij niet te zijn voor me, totdat ik ergens van de wachtlijst af kon om te gaan starten met andere hulp. 
Tegen het eind van één van onze sessies zei hij tegen mij, ‘Ik denk dat je misschien wel ADD hebt, ik zie in onze gesprekken veel raakvlakken. Ik heb het ook en ik herken jou er echt in. Ga je er maar eens in verdiepen. Ik denk dat we echt iets op het spoor zijn Judith’.
Dat leek bijna het startsein te zijn voor anderen om mij te diagnosticeren die week. Dikke vette burn-out, gewoon depressief, autisme, ADD, hoogbegaafdheid, een leven zonder zin, impulsief, bipolair. Er werd van alles geroepen en hoe meer er geroepen werd hoe meer ongemak ik voelde. Want bij iedere mogelijke diagnose die werd aangekaart werd er bij mij een zaadje geplant en met ieder zaadje moest ik iets. Al was het maar dat ik er alleen over na hoefde te denken, wat op dat moment vaak echt te veel gevraagd was. 
Die week realiseerde ik me dat ik het wel op zou kunnen brengen om te moeten wachten op andere hulp, maar niet als mensen om mij heen dat niet konden. Niet als er bommetjes gedropt zouden blijven worden in de vorm van diagnoses. Ik wilde niets liever dan weten wat er mis met me was. Maar die week realiseerde ik mij dat mensen om mij heen, dichtbij en veraf, misschien nog wel liever wilde weten wat er met mij aan de hand was. Er moest verklaard worden en het liefst gisteren. 

Flexibele diagnoses

Drie weken na het gesprek met mijn POH’er ging ik naar hem terug en zei ik, ‘Ik heb mij erin verdiept, maar ik herken mijzelf niet in ADD want voor een aandachtstekortstoornis zal je toch aandacht tekort moeten hebben en dat heb ik niet’. Hierop reageerde hij met een verhaal dat ging over dat het bij mij de andere kant op sloeg, dat ik juist overal aandacht voor heb en dat dat betekent dat ik ADD heb. Ik denk dat ik met open mond naar hem heb zitten luisteren. Ik wist niet dat je zo flexibel om kan gaan met diagnoses, ik wist ook niet dat het dan verantwoord was het naar een cliënt van je uit te spreken. Ik had tijdens mijn studie Social Work juist geleerd dat diagnosticeren ingewikkeld is, dat er aan meerdere bepaalde gedragingen voldaan moet worden wil het überhaupt een diagnose zijn. Maar deze man besloot gewoon de hele klerezooi om te gooien en passend te maken naar wat ik hem had verteld en naar de fracties die hij van mij had gezien. Dit is hetzelfde principe als iedere ex-man een narcist noemen en iedere ex-vrouw een borderliner. Hetzelfde als zelf diagnosticeren dat je hooggevoelig bent. Maar ook hetzelfde als diagnoses naar iemands hoofd gooien die zich geen raad weet met zichzelf. Iedereen roept maar wat en het kan soms zo vreselijk schadelijk zijn.

Een aantal jaar geleden heb ik tegen een vriendin gezegd dat het soms wel lijkt alsof mijn gedachtegangen manisch zijn, zo rommelig en hysterisch is het weleens in mijn hoofd. Dit was voor mij op dat moment de enige manier om aan haar uit te kunnen leggen hoe het er soms in mijn hoofd aan toe gaat. Iets wat vandaag de dag nog steeds geldt, soms lijkt er wel een explosie aan gedachten te zijn, en daar kan ik nog steeds moeilijk woorden aan geven. 
In die tijd gebeurde het af en toe dat ik een paar dagen dat manische denken had, wat werd opgevolgd door een periode van depressieve gedachten en gevoelens. Vanaf dat moment is bij haar de gedachtegang ontstaan dat ik bipolair zou kunnen zijn, oftewel manisch depressief. Dus op momenten dat ik het idee had dat ik wel even oké ging, dan ging mijn creativiteit ook stromen en had ik altijd best wel interessante ideeën, vond ik zelf. Maar dat was ook het moment dat zij zich openlijk afvroeg of het manie was waar ik in zat en zich afvroeg of mijn ideeën maar tijdelijk waren. Dat was dan voor mij vaak het moment om mijn ideeën te laten varen, want ik zat inderdaad weer in mijn eigen versie van het manische denken maar misschien was ik inderdaad wel manisch-depressief. De depressie kickte ook altijd in, waardoor ik natuurlijk meer en meer aan deze diagnose ging twijfelen. En tot op de dag van vandaag achtervolgt mij dit. Ik zit op het moment al een paar dagen lekker in mijn vel en eerst genoot ik daarvan, maar nu kickte het weer in dat ik misschien wel manisch zou kunnen zijn. En dan volgt de depressie altijd, dus als dat zo is dan is het niet de vraag of maar wanneer dat gaat gebeuren. 
En als je mij nu zou vertellen dat ik op die momenten helemaal niet onverantwoord geld uitgeef, dat ik de realiteit niet kwijt raak, dat ik geen onverantwoorde beslissingen maak, dat mijn stemming niet echt extreem is, dan weet ik dat heus wel. Net zo goed als dat ik weet dat bijvoorbeeld autisme in verschillende gradaties komt, dus manisch depressief zal ook in verschillende gradaties komen en dus heb ik er misschien wel een lichte vorm van. 
Twee maanden geleden had ik de bedrijfsarts aan de telefoon en tijdens het gesprek zei hij ‘je lijkt wel manisch’. Daar ging ik natuurlijk direct op aan, volledig in paniek. Kwam ik echt manisch over? Ben ik manisch? Doe ik manisch? Moet ik rustiger doen?  
Dit hele manisch depressieve is een eigen leven gaan leiden in mijn hoofd, gewoon omdat iemand daar een zaadje heeft gepland. Zij heeft dit zaadje steeds water gegeven totdat ik het zelf water ging geven. En weet je wat nu mijn grootste angst is? Dat ik uiteindelijk te horen krijg dat ik bipolair ben. Zo schadelijk kan het dus zijn als je zomaar wat roept als het aankomt op diagnoses.

Zonder diagnose

Begrijp me vooral niet verkeerd, want ook ik dacht dat het krijgen van een diagnose alles op zou gaan lossen. Dan zou ik eindelijk weten hoe het komt dat ik steeds maar terugval. Dan zou ik eindelijk gericht weten wat ik er aan zou moeten doen. Maar zoals eerder al gezegd, ik wist dat ik hier op zou moeten wachten en daar was ik toe bereid. 
Na ruim zeven maanden kon ik dan eindelijk terecht bij een psycholoog voor een onderzoek. Dit was voor mij het moment dat ik zou gaan ontdekken wat er mis is met mij, welke diagnose er bij mij hoort. Maar al in de eerste sessie, waarin ik onafgebroken heb zitten huilen tot het einde van de sessie, bleek niets minder waar. Het therapeutisch psychologisch onderzoek dat ik zou gaan starten zou gaan over de vragen die ik over mezelf had en ‘wat is er mis met mij?’ was geen legitieme en beantwoordbare vraag om te stellen. Ik had niet zien aankomen dat ik mijn eigen vragen op moest stellen, dat ik überhaupt vragen moest hebben over mezelf, hoewel ik er daar meer dan genoeg van had hoor. Ik was er met de insteek in gegaan dat ik volledig binnenstebuiten gekeerd zou worden om de onderste steen boven te krijgen. Viel me dat toch eens even vreselijk tegen. Toen ik van de eerste sessie terug kwam riep ik dan ook gelijk dat de psycholoog een eikel was en dat ik niet meer terug zou gaan. Dit zou mij niet op gaan leveren wat ik vond dat ik nodig had, namelijk die alleszeggende diagnose. Ik was zo vreselijk hopeloos toen dat helemaal anders liep. Weken heb ik eraan moeten trekken om al mijn weerstand voorbij te gaan en mee te gaan in hetgeen wat het daadwerkelijk bleek te zijn. 
Over anderhalve week heb ik het concluderende gesprek en ik weet niet of hier een diagnose uit zal komen, maar ik weet wel dat ik die diagnose niet nodig heb. Een diagnose zal mij nooit definiëren als persoon en ook zonder diagnose kan ik sturing vinden in hoe ik mijn pad verder moet bewandelen. Ik sta er nu zo open voor dat van alles er van mij uit mag komen, als het mij maar verder helpt. En als het maar niet manisch depressief is.

Liefs Judith

P.S. Wil je meer lezen over psychische klachten, dat kan op de website van MIND.

Orthomoleculaire therapie

Mokkend kijk ik mijn vriendin aan. Ik wil eigenlijk niet toegeven, want ik zie er het nut echt niet van in. ‘Je hoeft niet voor jezelf te gaan, maar doe het dan voor mij omdat ik het echt heel graag wil’, zegt ze in haar laatste poging om mij over te halen. Het werkt, met een diepe zucht geef ik toe. ‘Maar echt alleen maar omdat jij het wilt’, zeg ik er nog snel achteraan om haar in geen enkel opzicht het idee te geven dat ik ook maar een vezel in mijn lijf heb zitten die dit uit zichzelf wil doen.
Diezelfde dag maak ik een afspraak met een orthomoleculair therapeut.

Mijn diepste dal ooit

Dit was begin februari, nadat ik volledig in was gestort. Ik kreeg dagelijks crisishulp over de vloer voor een week of zes, maar ze wisten niet wat ze met mij aan moesten nadat die weken voorbij zouden zijn. De grootste GGZ instelling in Zeeland wilde mij niet meer terug nemen, daar zij vonden dat ik uitbehandeld was. Ik kreeg van de crisishulp het aanbod om naar een cursus te gaan met andere mensen die ook in een crisis zaten. Twee keer in de week een planning maken voor wat we in de komende dagen zouden gaan doen, meer dan dat was het niet. In eerste instantie nam ik het aanbod aan en ook het aanbod om meer antidepressiva te gaan slikken. Hoe kon ik nou weten waar ik met mezelf naartoe moest als de professionals het ook niet wisten?
Op de achtergrond bleef er gesteggel over hoe nu verder, dit was ook mijn belangrijkste vraag. Jarenlang therapieën volgen, mij helemaal uit de naad werken, situatie na situatie aangaan, angsten onder ogen komen, trauma’s verwerken, bakken met medicatie slikken en nog steeds bevond ik mij in een situatie waarin ik het aller diepste dal in was geflikkerd waar ik ooit was geweest. Hoe en waar was dat mis gegaan? Maar niemand had een antwoord en niemand wist waar ik wel naar toe kon. Dus ging ik akkoord met alternatieve therapie. 

Orthomoleculair therapeut

Ik sta vreselijk sceptisch tegenover alternatieve therapie, omdat ik altijd in de psychologie heb geloofd. Maar waar blijf je dan als de psychologie je niet meer kan helpen en je ook niet voldoende heeft geholpen om je staande te houden in het leven? Toch eens kijken naar de alternatieve kant dan maar.
Ik had mij er natuurlijk helemaal niet in verdiept wat het allemaal inhoudt als je naar een orthomoleculair therapeut gaat. Ik ging tenslotte voor een ander daar heen en niet voor mijzelf. Ik wist dat het te maken had met het slikken van supplementen die jouw lichaam zogenaamd nodig zou hebben. Maar de maanden voorafgaand aan deze afspraak had ik via Instagram niets anders meegekregen dan dat supplementen echt je reinste onzin zijn, alleen maar geld kosten en niets opleveren. Maar nogmaals, ik ging voor een ander. Ik zou een keer gaan, het een maand aankijken en dan waarschijnlijk tot de conclusie komen dat het niet zou werken en er weer mee stoppen. Dan had ik in  ieder geval mijn duty gedaan en kon ik het afvinken. 

Lijst met klachten

Eind februari had ik mijn eerste afspraak. Ik had van tevoren via de mail een lijst doorgegeven met de klachten die ik op dat moment had en de medicatie die ik daarvoor gebruikte. Toen ik dit allemaal op een rijtje zag staan schrok ik toch best wel van wat er allemaal ‘mis’ was met mijn lichaam. Maar er waren twee klachten die er bovenuit staken en waar ik het meeste hinder van ondervond in mijn dagelijks leven. Allereerst natuurlijk de depressie waar ik zo diep in verzonken was geraakt, maar ik kampte ook met chronische darmproblemen. Die zorgde ervoor dat ik nauwelijks het huis kon verlaten, omdat ik continu bij een wc in de buurt moest zijn. Achteraf gezien natuurlijk ook een prima factor die kan bijdragen aan depressie als je zo beperkt wordt. Daarbij gebruikte ik twee verschillende soorten medicijnen om mijn darmen zo veel mogelijk onder controle te houden. Waarbij er bij een van de twee medicijnen was aangegeven door de apotheek dat het depressie kon versterken, in de bijsluiter de nummer 1 bijwerking. Ik had hier na mijn terugval al drie keer contact over gehad met mijn arts en de verpleegkundige, maar alle keren hadden ze mij verteld dat het niet mogelijk was dat ik daar depressief van was geworden. De bijsluiter was tenslotte geschreven door een jurist en wat wist hij nou helemaal van geneeskunde? Ik wilde een ander medicijn ervoor in de plaats, die kreeg ik natuurlijk niet. Maar ik kon ook niet stoppen met het medicijn wat ik op dat moment gebruikte, want dat zou betekenen dat ik weer terug zou moeten naar aan huis gekluisterd zijn. Dat was niet het beste alternatief gezien mijn depressie. Dus ik moest kiezen uit twee kwaden en ook al voelde ik aan alles dat de medicijnen eigenlijk echt geen optie waren, ging ik er toch mee door. Het was op dat moment de minst slechte van de twee, denk ik.

Intake

Dit alles legde ik in een intakegesprek voor aan de orthomoleculair therapeut. Hij erkende dat hij mij een lastige casus vond, zoals meerdere mensen de afgelopen weken hadden gezegd. Maar in tegenstelling tot alle hulpverleners uit de GGZ benoemde hij ook dat het geen hopeloze situatie was en dat er een uitweg was. Hij zag er zelfs wel een uitdaging in. Nog steeds heel sceptisch, maar met wat opluchting ging ik het gesprek verder met hem aan. Ik zal je niet vervelen met alle details waar we over gesproken hebben. Maar het gevoel wat ik erbij kreeg wil ik je niet onthouden. Hij was de eerste in al die weken die eindelijk zag en kon benoemen hoe vreselijk vermoeid ik was. Ik kon dit nooit aan iemand uitleggen, maar hij legde het aan mij uit en ik kon mij er precies in vinden. In de dingen die hij zei voelde ik zoveel herkenning dat het voelde alsof ik echt op de juiste plek op het juiste moment was. Ik kreeg er tijdens het gesprek vertrouwen in dat deze man mij verder op weg zou kunnen helpen, al zou het maar een klein stukje zijn. Hij had het er zelfs over dat als ik lang genoeg bij hem in behandeling zou blijven, ik uiteindelijk zou kunnen leven zonder medicatie voor mijn lichamelijke én psychische klachten. Natuurlijk kickte de scepsis daar voor mij weer heel hard in, maar deze man was in ieder geval heel positief gestemd, iets wat ik de afgelopen weken niet had gezien bij de hulpverlening. 
Ik maakte het gesprek af en ging met een lijstje met supplementen weer naar huis. Ik besloot thuis dat ik de verhoging van mijn antidepressiva niet zou accepteren, ik zat namelijk al zo hoog in mijn dosis. Ik zou de supplementen gaan slikken en als dat niet zou werken kon ik altijd nog omhoog met de antidepressiva. Ik zou het een maand de tijd geven. 

Meer dan een maand

Inmiddels zijn we een half jaar verder en kom ik iedere twee maanden bij Casper Beukema, mijn orthomoleculair therapeut. Ik slik supplementen die hij mij adviseert en ik kan niet stellig zeggen dat het alleen maar daar aan ligt, maar ik ben stukje bij beetje aan het opknappen.
Binnen een maand deden mijn darmen het zo goed op de supplementen dat ik dat ene medicijn voor mijn darmen niet meer hoefde te gebruiken. Ik ben niet meer afhankelijk van thuis blijven, want mijn darmen zijn een stuk gezonder dan ze in de afgelopen jaren zijn geweest. Ik ben niet meer depressief geweest en ik heb ook niet meer van die hele zwarte dagen gehad die ik daarvoor meerdere keren per week had. Mijn energie is nog niet om over naar huis te schrijven, maar ik voel mij al wel minder vermoeid dan op de eerste dag dat ik bij hem kwam. Ik ben op het moment zelfs wat antidepressiva aan het afbouwen, want ik wil gewoon wat meer voelen dan ik deed. Een retespannend traject, maar hier had ik al die tijd al zoveel zin in. Want niets is frustrerender dan eigenlijk helemaal niets meer voelen of moeten gokken wat je op bepaalde momenten zou moeten voelen. En ik moet zeggen, tot nu toe gaat het goed en heb ik weer wat meer emoties terug. 
Ik sta er nog steeds sceptisch in, iedere keer als de twee maanden om zijn en ik weer naar de orthomoleculair therapeut ga ben ik ervan overtuigd dat ik ga stoppen met zijn behandeling omdat ik denk dat het mij niks brengt. Maar ik kan er toch ook niet echt omheen dat ik wel opknap. Ik laat het in het midden of dat dan alleen van de supplementen is of dat het ook door andere factoren komt. Ik ben allang blij dat er vooruitgang in zit. 
En weet je, ik probeer het gewoon nog een maand.

Liefs Judith

’s Nachts is alles veel erger

Ik zit in kleermakerszit op mijn bed, het is midden in de nacht. Ik probeer al zeker zo’n drie uur lang in slaap te komen maar wat ik ook probeer, ik kan de slaap niet vatten. Ik ga weer liggen, op mijn buik. Ik voel mij net een lappenpop, mijn lichaam is zwaar en ik wil mijn ledematen niet bewegen. Die slapheid komt van de slaapmedicatie die ik ruim anderhalf uur geleden nam. Die doet zijn wonderen voor mijn lichaam, maar lijkt mijn hoofd niet te kunnen bereiken.

Negatieve gloed

Mijn gedachten razen met 8000 megabit per seconde door mijn hoofd. Deze gedachten proberen te vangen en exact aan kunnen geven waar deze stroom begint is onhaalbaar. Vanmiddag was mijn hoofd al druk door de vele informatie die er binnen kwam. Maar ergens is er een punt geweest waarop mijn gedachten zich hebben omgekeerd van ‘gewoon informatie verzamelen’ naar ‘laten we er nu even een lading negativiteit over uitstorten’. Vaak begint dit wel redelijk onschuldig met irritaties naar mijzelf van wat ik die dag anders had kunnen doen. Dat ik aardiger had kunnen reageren op een collega, dat ik beter iets had kunnen laten wat veel energie kostte of dat ik liever had kunnen zijn tegen mijn kind. Dat ik mijn hond één keer meer uit had kunnen laten vandaag, dat ik te lang een spelletje op mijn telefoon heb zitten spelen en dat ik daardoor nu de afwas niet heb gedaan. Een soort negatieve gloed die je op mijn gedachten kan zien liggen. Hoe lang ik dit doe weet ik niet, wanneer dit start weet ik niet en of dit zal uitmonden in zwaarder te verdragen zaken is ook altijd maar de vraag. Dit is voor mij vrij onschuldig en iets wat zich al jarenlang in mijn hoofd afspeelt, zelfs nog ondanks alle therapieën die ik er voor heb gevolgd. Soms is het dagen afwezig en dan ineens is het er weer, of het is dagen aanwezig en dan ineens is het weer even weg. Soms ben ik er tegenop gewassen en soms laat ik het maar even woekeren. 

Down the rabbit hole

Gister gingen we nog een stap verder en begon ik mijzelf, spreekwoordelijk, in elkaar te slaan. Ik ben een nietsnut, ik heb vandaag echt weinig goede dingen gedaan. Ik ben geen goede vriendin geweest vandaag omdat, een goede moeder was ik niet want. Vaak hebben die gedachten betrekking op de dag zelf of op de dag van gisteren. Ze gaan altijd over dat ik iets niet goed ben geweest. Geen goede moeder, geen goede vriendin, geen goede medewerker, geen aardig mens. Van deze gedachten realiseer ik mij ook dat ze niet oké zijn en dat ze ook echt funest zijn voor mijn zelfvertrouwen. 
Dit is om en nabij het punt vanaf waar het gister alleen maar kommer en kwel werd. Ik gleed af naar de minder recente gebeurtenissen, naar maanden en soms zelfs jaren geleden. Want wat heb ik mijn kind toch aangedaan de afgelopen maanden, ik heb hem echt vreselijk verwaarloosd. En die ene keer dat ik tegen mijn zusje zei dat en het weinige contact dat ik heb met die en waarom is mijn band met die eigenlijk zo kut? De mensen om mij heen zullen mij allemaal wel beu zijn met al mijn gezeik en mijn problemen. Ik zuig de energie bij mensen weg, dus ik snap wel dat mensen bij mij weglopen. Als je zo door gaat houdt je niemand anders meer over dan je familie, zij moeten wel omdat ze familie zijn. Ik doe alles maar een beetje plichtmatig elke dag. Ik ben nooit echt blij, nooit echt tevreden. Ik lijk rupsje Nooitgenoeg wel. Wat is er mis met mij? Ik ben knettergek gewoon. Mijn kwaliteit van leven is echt ruk. Blabla eenzaam, blabla waardeloos, blabla gevoelloos, blabla uitzichtloos. Op dat punt razen de gedachten voorbij en kan ik niet meer zo’n vat krijgen op wat ik precies denk. Het zijn hier en daar zinnen die eruit springen. Ik weet niet meer waar ik mijn gedachten moet kalmeren of waar ik ze zelfs helemaal kan stoppen. Dit is het punt waarop ik gister naar medicatie greep om dat hoofd maar rustig te kunnen krijgen. Meestal werkt dat als een tiet, maar gister duurde het te lang en ging ik down the rabbit hole. En holy shit, daar is het echt gitzwart. Ik schrik er zelf elke keer weer van hoe zwart het daar is. De gedachten die ik dan heb zijn eigenlijk niet te verdragen. Ik zet ze ook bewust niet op papier omdat ik ze niet te dichtbij wil laten komen. Maar het heeft de strekking naar hoe waardeloos ik als persoon ben, hoe ik het leven een ondraaglijk lijden vind en hoe fijn een uitweg hieruit zou zijn.

De krochten van mijn ziel

Dat hele zwarte is na mijn crisis in februari een poosje weggeweest, mede omdat ik hier toen meer extra medicatie voor gebruikte. Maar misschien had ik na mijn crisis ook wel even de energie niet meer om mij mee te laten slepen down the rabbit hole. Misschien had ik mijn portie gitzwart wel even gehad voor een paar maanden. Of misschien heb ik er de laatste maanden wel heel hard voor gevochten daar niet meer te komen en heb ik nu weer dagen dat ik dat gevecht even niet op kan brengen. 
Het zijn allemaal misschiens en er is niets wat ik zeker weet. Want tot op de dag van vandaag ben ik nog steeds aan het wachten op de hulpverlening die ik nodig heb. Wacht ik nog steeds tot ik iemand krijg die dit verder gaat onderzoek met mij. Iemand die mij kan vertellen of ik dit in mijn leven moet accepteren of dat er nog hoop is op verbetering. En ik zal geduldig blijven wachten tot die persoon tijd voor mij heeft gekregen in zijn agenda. En tot die tijd hoop ik dat ik niet te ver afdwaal in de krochten van mijn ziel, want het is daar echt godsgruwelijk eng.

Liefs Judith

P.S. Mocht je worstelen met gedachten rondom zelfdoding neem dan vooral contact op met 113. Zij staan dag en nacht voor je klaar om je te helpen. En besef je, ’s nachts is alles veel erger.

Uit de vergetelheid

Uit de vergetelheid

Er zijn veel dingen aan een depressie en een terugval die ik vervelend vind. Maar het meest treurig vind ik toch wel dat je vergeet. Vergeet wat je kleine beetjes blij maakt, vergeet dat je het beter doet dan de vorige terugval, vergeet wat je ook alweer moet doen als het niet goed gaat, vergeet welke gevoelens je sowieso had, vergeet waar je naar toe ging met je leven. Je vergeet en blijft achter met een ongekende leegte, een gapend gat en je weet niet meer waar dat gat ooit mee gevuld was.

Vrijheid

In juni 2022 stopte ik, op eigen verzoek, met therapie. Ik had verschillende soorten therapie succesvol doorlopen en ik voelde mij goed. Ik had een doel in mijn leven, ik had net een nieuwe baan aangenomen waar ik veel zin in had, thuis liep alles op rolletjes, ik wandelde lekker veel met de hond en ik had vooral rust in mijn hoofd. Ik was therapiemoe en ik vond dat het tijd werd mij na tientallen jaren therapie los te maken van oneindig veel praten, oneindig veel zelfreflectie en al dat geneuzel. Tijd voor vrijheid!
Mijn psycholoog was het hier helemaal mee eens, ze had de vooruitgang gezien en stond mij vanaf de zijlijn toe te juichen toen ik mij losmaakte van de GGZ. Het gevoel van vrijheid dat dat geeft is als het gevoel van die eerste dag in je huis als je voor het eerst op jezelf bent gaan wonen.
Ik voelde mij bevrijd, hersteld en energiek. Een paar maanden was dat echt een feest. Ik deed veel leuke dingen op de werkvloer, leerde veel leuke mensen kennen, was thuis ontspannen en ik begon zelfs weer met lezen. Ik werkte aan de doelen die ik graag wilde halen op korte en lange termijn. Ik begon aan een gezondheidsexpeditie, waarbij ik als eerste stopte met roken. Ik liet mij doorlichten door de huisarts en ging naar specialisten om klachten die ik had te laten bekijken en behandeling te ondergaan. Ik had er echt jaren hard voor gewerkt en met alle voorzichtigheid opgebouwd wat ik op dat moment had. Het voelde allemaal heel goed, ik had het gevoel dat ik eindelijk de kant op ging die ik op wilde gaan.

Winterse melancholie

Na een paar maanden een heerlijk leven te hebben geleid bulderde de wolk van de winter over mijn leven heen. Die wolk was geen kleintje. Overal om mij heen hoorde ik mensen zeggen dat zij het een zware winter vonden, dat ze nog nooit last hadden gehad van winterdepressie maar dat ze deze winter ondragelijk vonden. En daar helpt mijn psychische kwetsbaarheid echt voor geen meter. Ik heb jaarlijks last van winterdepressie, al sinds mijn twintiger jaren, dus het was voor mij niets nieuws dat er een soort donkerte over de winter zou vallen. Januari vind ik dan vaak de zwaarst te verdragen maand, eenmaal door die maand heen kom ik weer een beetje vooruit en gaat uiteindelijk de lente zijn werk doen. Dit wetende onderging ik ook dit jaar hetgeen waar ik niet aan kon ontkomen. Maar in tegenstelling tot andere jaren herstelde ik niet van deze winter. De donkerte bleef als een sluier over mij en mijn leven heen hangen. En vanaf die winter, de winter van 2022, sloop de melancholie steeds verder mijn leven in en richtte een buitensporige ravage aan.
Vanaf dat moment begon ik te vergeten.

Diamanten

Voor de winter van 2022 was ik met zoveel leuke en fijne dingen bezig die ik in die anderhalf jaar, steeds zwaarder wordende, depressie allemaal ben vergeten. Ik ben zelf verbaast over hoeveel ik was vergeten en welke dingen er nu weer naar boven komen. Niet alleen de doelen waar ik aan werkte, maar ook de gevoelens die daar bij horen waren volledig verdwenen.
Over het geheel genomen was ik vooral bezig met een leven voor mezelf bouwen waar ik geen vakantie van nodig heb. Een leven waarin ik eenvoudig leef en het allemaal niet te ingewikkeld is, want soms is het in mijn hoofd allemaal al ingewikkeld genoeg. Ik hield mij bezig met minimaliseren, duurzaam leven, gezonder leven, simpeler leven en dat maakte mij allemaal heel tevreden. Ik kreeg er voldoening van, genoot ervan, ik werd er zelfs kleine beetjes gelukkig van. Dat geluk zag ik op dat moment niet, maar zie ik nu achteraf wel heel duidelijk. Daar waar veel mensen vaak meer, groter en beter willen, wil ik juist minder. Een simpeler leven verhoogt de kwaliteit van mijn leven en dat is wat ik wilde en wat ik belangrijk vond, een goede kwaliteit van leven. Hier werkte ik aan, met als ultiem doel op een dag in een tiny house te kunnen wonen. Een droom die ik al jaren heb, waarbij ik ga glunderen als iemand ’tiny house’ zegt.

Maandenlang hebben al deze dromen in het grote, gapende, melancholische gat gewoond en was ik het volledig kwijt. Er was geen spoortje van terug te vinden en ik wist allang niet meer dat ik dit nog ergens had zitten.
Ik ben nu drie maanden bezig met het opruimen van de sporen die de ravage heeft achtergelaten in mijn leven. En sinds een paar weken begin ik uit de vergetelheid te klimmen en is het grote gapende gat een schatkist geworden vol met vergeten dingen. Vol met ruwe diamantjes. En weet je wanneer ik mij dat echt pas realiseerde? Toen ik van de week een hennep afwassponsje kocht die plasticvrij is. Daar voelde ik ineens intense blijheid van zo’n klein dingetje.
De komende maanden ga ik al deze diamanten slijpen en polijsten. Ik ga terug naar waar ik gebleven was en pak het daar op om te werken aan mijn leven met een goede kwaliteit.

Liefs Judith

Tranen drogen en opnieuw beginnen

‘Droog je tranen ook al heb je veel verdriet
Het leven gaat door, je begint weer van voor
Er ligt vast wel iets moois in ’t verschiet’

~ Kris Kross Amsterdam ~

Dit is natuurlijk oorspronkelijk een tekst van Clouseau, hun context is ook vele malen beter. Maar de versie van Kris Kross Amsterdam kwam mij, een week of twee na mijn crisis, ter oren. Vanaf dat moment was en is dit het stukje tekst waar ik mijn hoop tijdelijk aan heb opgehangen. Gewoon totdat ik het niet meer nodig heb.

Die ene nacht

In de nacht naar 1 februari kon ik de slaap niet vatten. De hele nacht probeerde ik mijzelf te entertainen met een boek, schermtijd, draaien om lekker te liggen, een plafondstaarwedstrijd, plassen, nog maar een keer draaien. Het lukte maar niet, maar ik was wel echt meer dan doodop. De uitgelezen kans voor een zwarte wolk om te verschijnen, zich eraan te voeden en alleen maar groter te worden. Alleen werd deze nacht de wolk buiten proporties groot en ineens zat ik midden in het zwart en zag ik geen hand voor ogen meer, er was geen uitweg. 
Gelukkig ben ik dan goed genoeg getraind om nog in enige mate na te denken over de stappen die ik moet nemen. Dus ik appte om 6 uur ’s morgens een vriendin en zij belde mij direct. Ken je die vrienden waar je alles van aanneemt als de hele teringboel instort en je niets meer overziet? Zij is er zo één. Ik kreeg allerlei instructies van wat ik in de ochtend allemaal moest doen, die volgde ik allemaal netjes op. Met als gevolg dat 5 uur later de crisisdienst bij mij over de vloer kwam. De hele bende was in een paar uurtjes tijd ingestort, sterker nog, ik heb het nog nooit zo zwart gezien en had het mij niet voor mogelijk gehouden dat dit nog een optie zou zijn in mijn zo zorgvuldig opgebouwde leven. Dat dit al veel langer heeft gesudderd dan alleen die ene nacht mag natuurlijk logisch te noemen zijn. 

Het hele circus

Dan komt er een heel circus op gang van heb ik jou daar. Dagelijkse hulpverlening, iedere dag je bed uit moeten ook al wil je dat helemaal niet, de vermoeidheid die nog meer gaat overheersen, allerlei adviezen waarvan ik weet dat ze goed bedoeld zijn maar ook vooral niet helpend, mensen die je om hulp moet gaan vragen, een crisissignaleringsplan opstellen, dagelijks naar buiten voor de stupid walk voor je stupid mental health, het inlichten van mensen die het moeten weten en vooral ook heel veel vragen beantwoorden waar je eigenlijk geen antwoord op kan of wil geven. ‘Hoe voel je je?’ wordt zo vaak aan je gevraagd dat je geneigd bent geen antwoord meer te geven, want gister was echt even kut als vandaag en ik zie er ook echt geen heil in dat dat gaat verbeteren. Want dat is zeker hoe het de eerste twee weken heeft aangevoeld. Dit was rock bottom en deze keer zou ik er niet meer van herstellen, die overtuiging was waarheid voor mij en voelt op sommige dagen nog wel eens zo. Mensen om mij heen hielden wel hoop en daar ben ik dan maar even op meegelift, want als je bestie zegt dat het goed komt dan zal dat toch zeker wel waar zijn? Aan die hoop heb ik met één pinkie gehangen. Ik moest wel, want vanuit de hulpverleners kwam het niet. Die gaven aan dat ze niet wisten wat ze met me aan moesten. Bij Emergis kon ik niet meer terecht na al die jaren therapie, maar waar ze mij dan wel moesten laten na de crisishulp wist eigenlijk ook niemand. Het gevoel van hoop was er niet, eerder nog meer wanhoop. Het hele circus waarvan ik hoopte dat ze mij de juiste kant op zouden duwen bleek een illusie.

Orthomoleculair therapeut

Dus ging ik op zoek naar wat mijn mogelijkheden dan wel waren. Meer medicatie gebruiken was sowieso een optie, maar daar voelde ik mij echt helemaal niet goed bij. Ik heb al last van afgevlakte emoties van de medicatie en ik wilde niet dat dat alleen maar erger zou worden. Maar wat dan wel?
Ik liet mij, na massa’s overtuigingskracht van vriendinnen, in met een orthomoleculair therapeut. De alternatieve geneeswijze in dus, voor mij een volledig onbekend gebied. In het kort, een orthomoleculair therapeut kijkt naar waar je lichamelijk uit balans bent geraakt en probeert met supplementen en voedingsadviezen dit balans te herstellen opdat de (chronische) klachten die je ervaart uiteindelijk verdwijnen. Ik ging daar natuurlijk uiterst sceptisch naar toe en zag dit nou niet perse als oplossing. Ik ging omdat mijn vriendinnen het graag wilde. Maar ik heb een enorm fijn gesprek gehad, kreeg een verklaring voor mijn extreme vermoeidheid en was gewoon enthousiast om het te gaan proberen. Ik besloot dit twee maanden te gaan doen en daarna verder te kijken of ik er mee door ga of niet. Deze twee maanden zijn nog niet voorbij, dus ik kan er nog geen conclusies aan hangen, maar ik kom hier later zeker nog een keer op terug want een interessant proces is het tot nu toe wel. 
Verder voerde ik gesprekken met familie en vrienden die na verloop van tijd ook ergens naar toe begonnen te leiden. Dit duurde een poosje, want door mijn weinige vertrouwen dat het goed zou komen en de zwarte wolk die er nog hing schopte ik overal een beetje of misschien wel irritant veel tegenaan. 
En nadat Emergis gestopt was met zorgverlenen kreeg ik er nog een POH’er bij. Een praktijkondersteuner van de huisarts die mensen tijdelijk kan helpen bij psychische disbalans. Een mega fijne vent die in hetzelfde schuitje heeft gezeten als waar ik nu in zit en rake dingen zegt waar ik over na moet denken en die mij dan vervolgens weer verder helpen.  
Dan heb ik nog zussen die mijn huis hebben schoon gemaakt, een collega die voor mij heeft gekookt, een vriendin waar ik wekelijks ga eten, een vriendin die mij meenam op een relaxed weekendje weg en alle andere mensen die mij zo nu en dan eens appen en vragen hoe het gaat. Soms word je er pas weer in tijden van crisis aan herinnerd wat voor fijn netwerk je hebt opgebouwd. 

En door!

Ik heb tranen gelaten, vele malen minder dan ik had gewild maar er zijn er een paar gevallen. Ik heb gemarineerd in zelfmedelijden omdat dit nooit meer goed zou komen. Ik heb als een zombie bij vrienden gezeten omdat het mijn dag niet was. Ik heb muziek geluisterd tot ik er bij neerviel en weer allerlei fijne nummers ontdekt voor deze periode. Sia die zingt ‘You made it through another day, you did it let’s celebrate’. Zo’n belangrijke tekst op sommige dagen!
Ik heb in bed gelegen, meer dan mij lief is. Ik heb wakker gelegen in dat bed, ook meer dan mij lief is. Ik heb dagenlang niet gedoucht omdat ik de deur niet uit ging. Ik heb tegen de muren opgelopen omdat ik gek werd van het niets doen. Ik heb serie na serie gekeken, boek na boek gelezen. Ik heb op insta gekeken hoe het leven van anderen door ging terwijl dat van mij gestopt was. Ik heb nee gezegd op dingen die ik echt niet wilde en ja gezegd op dingen die ik ook niet wilde, maar waarvan ik wist dat ze wel goed voor mij waren. For Gods sake, ik ben Candy Crush gaan spelen om mezelf te entertainen. 

Maar nu heb ik voor het eerst sinds die ene nacht een redelijk fijne anderhalve week achter de rug. Vanaf het moment dat ik ontspanning heb mogen ervaren op de Veluwe. Wat kunnen zon, bos en niks hoeven toch een geweldige fijne uitwerking hebben. Ik heb keuzes gemaakt waar alleen ik blij van word en ik heb een aantal projectjes in de kinderschoenen staan waar ik mij mee bezig wil houden. Want ik kan er misschien niet voor zorgen dat mijn psychische kwetsbaarheid verdwijnt, maar ik kan er wel voor zorgen dat ik de meest ideale omstandigheden creëer waarin mijn kwetsbaarheid het niet zo heel nodig vind zich te uiten. En ik heb mogen leren dat ik dat alleen maar kan bereiken als ik dat nastreef waar ik kleine beetjes, of misschien ooit wel grote beetjes, gelukkig van word.
En tuurlijk is die grote zwart wolk er nog, hoewel hij al wel een piepklein beetje kleiner is geworden. Op sommige dagen trekt ‘ie ook gewoon nog over en is de dag een zwarte waas. Dit herstel is nog enorm kwetsbaar en daar probeer ik iedere dag mijn weg in te vinden. Maar als ik vasthoud aan mijn projectjes en daar de uitdaging in blijf zien dan ligt vast wel iets moois in ’t verschiet voor mij.

Liefs Judith