Archieven oktober 2024

Therapeutisch Psychologisch Onderzoek

De tranen stromen over mijn wangen en het lukt me niet om ze tegen te houden. Naast mij zit de psycholoog die met mij het TPO zal doorlopen de komende weken. Ik kan hem niet aankijken, ik durf hem niet aan te kijken. Ik, het hoopje ellende met de eindeloze zee van tranen. Hij moet zich wel afvragen wat hij nu weer voor idioot in zijn spreekkamer heeft gekregen en ik vraag mij af wat ik hier in vredesnaam doe.

Kennismaking

Mijn eerste kennismaking met deze psycholoog was niet warm en hartelijk. Hij stelde zich niet voor, legde niet uit wat we gingen doen, hij begon gewoon ergens in het midden en dat kwam mij rauw op mijn dak. Mijn hoofd begon direct overuren te maken, want ik moest hem zo goed mogelijk uitleggen wat er in mijn hoofd gebeurde. Niemand had dat ooit begrepen en dit was, naar mijn idee, het laatste moment om het iemand duidelijk te kunnen maken. Dus ik begon te ratelen, probeerde alles te zeggen wat ik dacht en probeerde dat ook nog enigszins chronologisch te vertellen. Op een bepaald moment zei hij: ‘Ik weet niet wat je nu eigenlijk wil zeggen, maar mij ben je kwijt. Je gaat van de hak op de tak en ik weet niet meer waar we het over hebben. Herken je dat van jezelf?’ Ik begon nog harder te huilen, ik voelde mij zo niet begrepen en vooral niet gehoord. Ik probeerde nog wat uit te leggen tussen mijn tranen door, maar het mocht niet baten. Ik kreeg mijzelf weer niet uitgelegd. De rest van de sessie probeerde ik alleen nog maar de dingen te zeggen die echt belangrijk waren. Het werden korte antwoorden op vragen, want ik wist niet meer hoe ik mij moest verhouden tot hem. De teleurstelling kwam over mij heen, dit was niks van wat ik ervan had verwacht. Had ik hier nou zeven maanden op zitten wachten? Het laatste minuscule vonkje hoop wat er nog was geweest, die was nu geblust. Al mijn hoop was weg en ik wist dat ik na deze sessie niet meer terug zou komen. 

Een week later

Maar zo stellig bleef ik niet. Naarmate de week vorderde twijfelde ik er steeds meer aan of ik toch nog terug moest gaan. Ik wist zeker dat ik voor mijzelf niet terug hoefde te gaan, maar ik had ook nog een bedrijfsarts die op antwoorden zat te wachten. Wat moest ik tegen hem zeggen? Dat ik geen zin had om het af te maken omdat ik die man een eikel vond?
Dit was het enige wat ik op het moment had lopen. Ik kon terug naar de POH’er, maar die gesprekken sloegen ook nergens op dus dat zou mij ook niet verder helpen. Ik kon nieuwe hulp aanvragen, maar hoe lang zou ik daar dan op moeten wachten en welke hulp zou dat dan moeten zijn? Ik wist dat er iets mis was met mij en ik had het nodig dat iemand anders voor mij uit zou vogelen wat dat ‘iets’ was. Diep van binnen had ik een enorme behoefte aan een diagnose, zodat ik iets de schuld kon geven van mijn gemoedstoestand, van die belachelijk grote depressie. Ik wilde het voor even buiten mijn macht kunnen leggen, want ik had al zoveel binnen mijn macht gedaan en dat had allemaal niet geholpen. 
Ik besloot dus nog één keer te gaan. Gewoon om te weten te komen of die man echt een eikel was of gewoon sociaal onhandig en zo belachelijk slim dat hij alle antwoorden voor mij had. 

Ook de tweede sessie werd een enorme klote sessie en ik bleek die man toch gewoon een afschuwelijke eikel te vinden. Hij wilde steeds maar van mij weten wat ik dacht dat dingen voor hem deden. Hoe ik reageerde, hoe ik vorige week mijn ogen uit mijn kop had zitten huilen, hoe ik vorige week de vraag bij hem had neergelegd wat er mis met mij was. En in alle eerlijkheid kon mij dat echt werkelijk geen reet schelen want ik weet ook uit ervaring dat hij voor dit soort vragen een team heeft waar hij op terug kan vallen en dit soort dingen kan bespreken, dus leg het in godesnaam niet bij mij neer. Maar dat durfde ik natuurlijk niet te zeggen. Want eerlijkheid vind ik lastig als ik weet dat ik er iemand mee kan kwetsen. Dus mijn hoofd draaide overuren en ik gaf overal de antwoorden die het beste pasten bij zijn vragen.
Ik paste me aan, worstelde mij door de twee uur durende sessie heen en ging naar huis. Ik besloot, dit hoef ik echt niet te doen. Ik ga nu echt niet meer terug. Ik zoek wel iets anders, al moet ik er de hele aarde voor afstruinen om datgene te vinden wat passend is, maar dit niet meer.  

Nog een week later

Die tweede sessie had ik een test afgelegd waarbij ik mijn vroegste herinneringen op moest schrijven. Gek genoeg gingen de meeste herinneringen over mijn vader, waar ik al meer dan twintig jaar geen contact meer mee heb. Het waren onprettige herinneringen geweest en ze hielden mij de hele week bezig. Er vormde zich allerlei vragen in mijn hoofd en ik kon er geen grip op krijgen hoe mijn sessies deze wending hadden kunnen hebben. Ik was er van overtuigd dat ik dit allemaal allang een plekje had gegeven, dus waarom kwam dit dan ineens weer naar boven? Ik werd nieuwsgierig en ik wilde antwoorden hebben. Ik wilde weten wat dit verleden te maken had met mijn gemoedstoestand in het heden. 

Een week later zat ik dus gewoon weer bij mijn derde sessie, ook al had ik mij voorgenomen niet meer te gaan. Ik was volledig voorbereid om een afschuwelijke sessie door te maken met een hork van een vent tegenover mij. Ik zette me schrap.
De sessie begon zoals de vorige, met een terugblik op wat de vorige sessie met mij had gedaan. Ik maakte een stom grapje en tot mijn verbazing begon de psycholoog te lachen. Ik nam het sceptisch in mij op en ging verder met wat er van mij gevraagd werd. Ik kreeg wederom een test, deze keer met afbeeldingen van mensen die iets aan het doen waren. Ik moest hierbij een aantal zaken benoemen en zodra ik de eerste afbeelding zag ontstond er in mijn hoofd de, voor mij welbekende, explosie. Mijn gedachten gingen als een razende tekeer en waren haast niet meer bij te houden. Ik maakte linkjes die uit het niets leken te komen, in split seconds overwoog ik van alles en verschenen er weldoordachte conclusies. Maar tegelijkertijd kon ik geen keuzes maken, gierde de onrust door mijn lijf en mijn hoofd, kreeg ik mijn gedachtes niet geordend en werd alles vreselijk onoverzichtelijk. Ik wist op dat moment dat ik heel erg hard aan het werk was, misschien wel harder dan nodig, maar ik kon het niet stoppen. 
Aan het eind van de sessie vertelde de psycholoog mij wat hem was opgevallen. Ik had niet meer zulke hoge verwachtingen van de uitkomsten van dit onderzoek, dus toen hij mij precies uitlegde hoe mijn hoofd werkte, was ik verbouwereerd. Rust gleed als een deken over mij heen. Eindelijk had iemand begrepen wat mijn hoofd doet, eindelijk werd ik gezien, eindelijk had ik mijzelf duidelijk kunnen maken. 
Dit was het moment dat ik besloot het helemaal af te maken tot het einde, want mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld en ik wilde weten wat hieruit zou komen. En niet in de vorm van een diagnose, juist niet. Ik wilde weten welke kant ik op kon gaan, niet meer en niet minder.

Nog een paar weken later

Ik zat in mijn laatste sessie, de sessie waarin er conclusies zouden worden gemaakt. Ik was wat gespannen omdat ik niet wist of er ook een diagnose aan gehangen zou worden en inmiddels wilde ik helemaal geen diagnose meer. Ik wilde gewoon een duwtje in de goede richting.  
In de eerste sessie had ik een aantal vragen op moeten stellen die ik had over mijzelf en mijn situatie. Eén voor één begonnen we die samen te beantwoorden. Ik gaf aan hem terug wat ik in de sessies van het TPO had geleerd en hij gaf aan mij terug wat er uit de tests was gekomen die ik had gemaakt en wat hij over mij had geleerd tijdens de gesprekken. 
Ik zat naar hem te luisteren en langzaamaan begon het tot mij door te dringen dat deze ‘eikel´ van een psycholoog mij vanaf het begin al goed had gezien en had kunnen doorgronden. Zijn conclusies raakten alles waar ik tegenaan loop in mijn leven. Van het voelen, aangeven en bewaken van mijn grenzen, tot het soms wonen in mijn hoofd, tot de emoties die ik niet goed lijk te kunnen reguleren, tot hoe de depressie tot stand komt.
Ik had mij in de afgelopen jaren therapie, bij verschillende psychologen en therapeuten, nog niet zo gezien en gehoord gevoeld zoals ik het nu ervoer. En het grootste deel van de sessies had ik de indruk dat dit TPO geen verschil zou gaan maken, dat ik wederom niet gezien en gehoord werd. Daar bleek ik toch even vreselijk naast te zitten. 
Natuurlijk werd er een diagnose gekoppeld aan alle tests en gesprekken die ik had gehad. Dat is hoe het tenslotte gaat met dit soort onderzoeken. Van die diagnose moest ik wel even slikken, maar tegelijkertijd realiseerde ik mij ook dat dit mij niet definieerde als persoon. Ik ben niet mijn diagnose, dus die laat ik helemaal links liggen. Ik zal verder varen op de conclusies en antwoorden die aan mijn vragen gehangen konden worden. Waarbij de belangrijkste vraag voor mij was hoe ik mijn kwaliteit van leven kan verbeteren. Dat antwoord is er en daar kan ik mee aan de slag. Dat antwoord geeft mij weer een klein beetje hoop voor een toekomst waar ik van kan genieten.

Liefs Judith

De diagnose

‘Ik wil niet hetzelfde doen wat anderen deden, maar…’. 
Laten we daar deze scène even op pauze zetten, dan zet ik even de setting voor je uiteen. Ik zit in een knus kantoortje waar ik vrijwillig binnen ben gelopen om een update te geven over mijn gesteldheid. Ik zit aan een vierkant wit tafeltje, op een grijze stoel die comfortabeler zit dan dat hij oogt. Mijn gesprekspartner zit recht tegenover mij en kijkt me met een serieuze maar nadenkende blik aan. Ik heb zojuist verteld dat ik de afgelopen dagen veel diagnoses naar mijn hoofd heb gekregen, van zowel mensen mét als zonder verstand van diagnoses. Ik heb hier ook bij verteld hoe ontzettend lastig ik dat vind en dat het allemaal best wel wat met mij doet. En toch! Toch kiest ze ervoor om haar zin zo te beginnen. Ik weet natuurlijk direct dat er een nieuwe diagnose mijn kant op zal worden geslingerd. Hoogbegaafd kwam er uit deze vrouw, want ‘een vriendin van mij heeft echt precies dezelfde klachten die jij hebt en zij heeft nu vorige week haar diagnose hoogbegaafdheid gekregen. Daar zou je dus ook echt aan kunnen denken hoor Judith’. 

Verklaren

Ik was net een maand of twee bezig aan mijn herstel en het ging vreselijk moeizaam. Ik liep inmiddels bij een POH GGZ, een praktijkondersteuner van de huisarts, want meer hulp kon ik op dat moment niet krijgen vanwege alle wachtlijsten die er overal waren en nog steeds zijn. Ik had geen bijzondere klik met deze man, daarbij had hij continu allerlei meningen overal over en vond hij ook dat onze verhalen veel met elkaar gemeen hadden. Hij schroomde dus niet om steeds over zichzelf te praten. Ik onderging het gedwee en bleef als een mantra tegen mezelf zeggen dat hij alleen maar als stok achter de deur fungeerde. Meer hoefde hij niet te zijn voor me, totdat ik ergens van de wachtlijst af kon om te gaan starten met andere hulp. 
Tegen het eind van één van onze sessies zei hij tegen mij, ‘Ik denk dat je misschien wel ADD hebt, ik zie in onze gesprekken veel raakvlakken. Ik heb het ook en ik herken jou er echt in. Ga je er maar eens in verdiepen. Ik denk dat we echt iets op het spoor zijn Judith’.
Dat leek bijna het startsein te zijn voor anderen om mij te diagnosticeren die week. Dikke vette burn-out, gewoon depressief, autisme, ADD, hoogbegaafdheid, een leven zonder zin, impulsief, bipolair. Er werd van alles geroepen en hoe meer er geroepen werd hoe meer ongemak ik voelde. Want bij iedere mogelijke diagnose die werd aangekaart werd er bij mij een zaadje geplant en met ieder zaadje moest ik iets. Al was het maar dat ik er alleen over na hoefde te denken, wat op dat moment vaak echt te veel gevraagd was. 
Die week realiseerde ik me dat ik het wel op zou kunnen brengen om te moeten wachten op andere hulp, maar niet als mensen om mij heen dat niet konden. Niet als er bommetjes gedropt zouden blijven worden in de vorm van diagnoses. Ik wilde niets liever dan weten wat er mis met me was. Maar die week realiseerde ik mij dat mensen om mij heen, dichtbij en veraf, misschien nog wel liever wilde weten wat er met mij aan de hand was. Er moest verklaard worden en het liefst gisteren. 

Flexibele diagnoses

Drie weken na het gesprek met mijn POH’er ging ik naar hem terug en zei ik, ‘Ik heb mij erin verdiept, maar ik herken mijzelf niet in ADD want voor een aandachtstekortstoornis zal je toch aandacht tekort moeten hebben en dat heb ik niet’. Hierop reageerde hij met een verhaal dat ging over dat het bij mij de andere kant op sloeg, dat ik juist overal aandacht voor heb en dat dat betekent dat ik ADD heb. Ik denk dat ik met open mond naar hem heb zitten luisteren. Ik wist niet dat je zo flexibel om kan gaan met diagnoses, ik wist ook niet dat het dan verantwoord was het naar een cliënt van je uit te spreken. Ik had tijdens mijn studie Social Work juist geleerd dat diagnosticeren ingewikkeld is, dat er aan meerdere bepaalde gedragingen voldaan moet worden wil het überhaupt een diagnose zijn. Maar deze man besloot gewoon de hele klerezooi om te gooien en passend te maken naar wat ik hem had verteld en naar de fracties die hij van mij had gezien. Dit is hetzelfde principe als iedere ex-man een narcist noemen en iedere ex-vrouw een borderliner. Hetzelfde als zelf diagnosticeren dat je hooggevoelig bent. Maar ook hetzelfde als diagnoses naar iemands hoofd gooien die zich geen raad weet met zichzelf. Iedereen roept maar wat en het kan soms zo vreselijk schadelijk zijn.

Een aantal jaar geleden heb ik tegen een vriendin gezegd dat het soms wel lijkt alsof mijn gedachtegangen manisch zijn, zo rommelig en hysterisch is het weleens in mijn hoofd. Dit was voor mij op dat moment de enige manier om aan haar uit te kunnen leggen hoe het er soms in mijn hoofd aan toe gaat. Iets wat vandaag de dag nog steeds geldt, soms lijkt er wel een explosie aan gedachten te zijn, en daar kan ik nog steeds moeilijk woorden aan geven. 
In die tijd gebeurde het af en toe dat ik een paar dagen dat manische denken had, wat werd opgevolgd door een periode van depressieve gedachten en gevoelens. Vanaf dat moment is bij haar de gedachtegang ontstaan dat ik bipolair zou kunnen zijn, oftewel manisch depressief. Dus op momenten dat ik het idee had dat ik wel even oké ging, dan ging mijn creativiteit ook stromen en had ik altijd best wel interessante ideeën, vond ik zelf. Maar dat was ook het moment dat zij zich openlijk afvroeg of het manie was waar ik in zat en zich afvroeg of mijn ideeën maar tijdelijk waren. Dat was dan voor mij vaak het moment om mijn ideeën te laten varen, want ik zat inderdaad weer in mijn eigen versie van het manische denken maar misschien was ik inderdaad wel manisch-depressief. De depressie kickte ook altijd in, waardoor ik natuurlijk meer en meer aan deze diagnose ging twijfelen. En tot op de dag van vandaag achtervolgt mij dit. Ik zit op het moment al een paar dagen lekker in mijn vel en eerst genoot ik daarvan, maar nu kickte het weer in dat ik misschien wel manisch zou kunnen zijn. En dan volgt de depressie altijd, dus als dat zo is dan is het niet de vraag of maar wanneer dat gaat gebeuren. 
En als je mij nu zou vertellen dat ik op die momenten helemaal niet onverantwoord geld uitgeef, dat ik de realiteit niet kwijt raak, dat ik geen onverantwoorde beslissingen maak, dat mijn stemming niet echt extreem is, dan weet ik dat heus wel. Net zo goed als dat ik weet dat bijvoorbeeld autisme in verschillende gradaties komt, dus manisch depressief zal ook in verschillende gradaties komen en dus heb ik er misschien wel een lichte vorm van. 
Twee maanden geleden had ik de bedrijfsarts aan de telefoon en tijdens het gesprek zei hij ‘je lijkt wel manisch’. Daar ging ik natuurlijk direct op aan, volledig in paniek. Kwam ik echt manisch over? Ben ik manisch? Doe ik manisch? Moet ik rustiger doen?  
Dit hele manisch depressieve is een eigen leven gaan leiden in mijn hoofd, gewoon omdat iemand daar een zaadje heeft gepland. Zij heeft dit zaadje steeds water gegeven totdat ik het zelf water ging geven. En weet je wat nu mijn grootste angst is? Dat ik uiteindelijk te horen krijg dat ik bipolair ben. Zo schadelijk kan het dus zijn als je zomaar wat roept als het aankomt op diagnoses.

Zonder diagnose

Begrijp me vooral niet verkeerd, want ook ik dacht dat het krijgen van een diagnose alles op zou gaan lossen. Dan zou ik eindelijk weten hoe het komt dat ik steeds maar terugval. Dan zou ik eindelijk gericht weten wat ik er aan zou moeten doen. Maar zoals eerder al gezegd, ik wist dat ik hier op zou moeten wachten en daar was ik toe bereid. 
Na ruim zeven maanden kon ik dan eindelijk terecht bij een psycholoog voor een onderzoek. Dit was voor mij het moment dat ik zou gaan ontdekken wat er mis is met mij, welke diagnose er bij mij hoort. Maar al in de eerste sessie, waarin ik onafgebroken heb zitten huilen tot het einde van de sessie, bleek niets minder waar. Het therapeutisch psychologisch onderzoek dat ik zou gaan starten zou gaan over de vragen die ik over mezelf had en ‘wat is er mis met mij?’ was geen legitieme en beantwoordbare vraag om te stellen. Ik had niet zien aankomen dat ik mijn eigen vragen op moest stellen, dat ik überhaupt vragen moest hebben over mezelf, hoewel ik er daar meer dan genoeg van had hoor. Ik was er met de insteek in gegaan dat ik volledig binnenstebuiten gekeerd zou worden om de onderste steen boven te krijgen. Viel me dat toch eens even vreselijk tegen. Toen ik van de eerste sessie terug kwam riep ik dan ook gelijk dat de psycholoog een eikel was en dat ik niet meer terug zou gaan. Dit zou mij niet op gaan leveren wat ik vond dat ik nodig had, namelijk die alleszeggende diagnose. Ik was zo vreselijk hopeloos toen dat helemaal anders liep. Weken heb ik eraan moeten trekken om al mijn weerstand voorbij te gaan en mee te gaan in hetgeen wat het daadwerkelijk bleek te zijn. 
Over anderhalve week heb ik het concluderende gesprek en ik weet niet of hier een diagnose uit zal komen, maar ik weet wel dat ik die diagnose niet nodig heb. Een diagnose zal mij nooit definiëren als persoon en ook zonder diagnose kan ik sturing vinden in hoe ik mijn pad verder moet bewandelen. Ik sta er nu zo open voor dat van alles er van mij uit mag komen, als het mij maar verder helpt. En als het maar niet manisch depressief is.

Liefs Judith

P.S. Wil je meer lezen over psychische klachten, dat kan op de website van MIND.

Orthomoleculaire therapie

Mokkend kijk ik mijn vriendin aan. Ik wil eigenlijk niet toegeven, want ik zie er het nut echt niet van in. ‘Je hoeft niet voor jezelf te gaan, maar doe het dan voor mij omdat ik het echt heel graag wil’, zegt ze in haar laatste poging om mij over te halen. Het werkt, met een diepe zucht geef ik toe. ‘Maar echt alleen maar omdat jij het wilt’, zeg ik er nog snel achteraan om haar in geen enkel opzicht het idee te geven dat ik ook maar een vezel in mijn lijf heb zitten die dit uit zichzelf wil doen.
Diezelfde dag maak ik een afspraak met een orthomoleculair therapeut.

Mijn diepste dal ooit

Dit was begin februari, nadat ik volledig in was gestort. Ik kreeg dagelijks crisishulp over de vloer voor een week of zes, maar ze wisten niet wat ze met mij aan moesten nadat die weken voorbij zouden zijn. De grootste GGZ instelling in Zeeland wilde mij niet meer terug nemen, daar zij vonden dat ik uitbehandeld was. Ik kreeg van de crisishulp het aanbod om naar een cursus te gaan met andere mensen die ook in een crisis zaten. Twee keer in de week een planning maken voor wat we in de komende dagen zouden gaan doen, meer dan dat was het niet. In eerste instantie nam ik het aanbod aan en ook het aanbod om meer antidepressiva te gaan slikken. Hoe kon ik nou weten waar ik met mezelf naartoe moest als de professionals het ook niet wisten?
Op de achtergrond bleef er gesteggel over hoe nu verder, dit was ook mijn belangrijkste vraag. Jarenlang therapieën volgen, mij helemaal uit de naad werken, situatie na situatie aangaan, angsten onder ogen komen, trauma’s verwerken, bakken met medicatie slikken en nog steeds bevond ik mij in een situatie waarin ik het aller diepste dal in was geflikkerd waar ik ooit was geweest. Hoe en waar was dat mis gegaan? Maar niemand had een antwoord en niemand wist waar ik wel naar toe kon. Dus ging ik akkoord met alternatieve therapie. 

Orthomoleculair therapeut

Ik sta vreselijk sceptisch tegenover alternatieve therapie, omdat ik altijd in de psychologie heb geloofd. Maar waar blijf je dan als de psychologie je niet meer kan helpen en je ook niet voldoende heeft geholpen om je staande te houden in het leven? Toch eens kijken naar de alternatieve kant dan maar.
Ik had mij er natuurlijk helemaal niet in verdiept wat het allemaal inhoudt als je naar een orthomoleculair therapeut gaat. Ik ging tenslotte voor een ander daar heen en niet voor mijzelf. Ik wist dat het te maken had met het slikken van supplementen die jouw lichaam zogenaamd nodig zou hebben. Maar de maanden voorafgaand aan deze afspraak had ik via Instagram niets anders meegekregen dan dat supplementen echt je reinste onzin zijn, alleen maar geld kosten en niets opleveren. Maar nogmaals, ik ging voor een ander. Ik zou een keer gaan, het een maand aankijken en dan waarschijnlijk tot de conclusie komen dat het niet zou werken en er weer mee stoppen. Dan had ik in  ieder geval mijn duty gedaan en kon ik het afvinken. 

Lijst met klachten

Eind februari had ik mijn eerste afspraak. Ik had van tevoren via de mail een lijst doorgegeven met de klachten die ik op dat moment had en de medicatie die ik daarvoor gebruikte. Toen ik dit allemaal op een rijtje zag staan schrok ik toch best wel van wat er allemaal ‘mis’ was met mijn lichaam. Maar er waren twee klachten die er bovenuit staken en waar ik het meeste hinder van ondervond in mijn dagelijks leven. Allereerst natuurlijk de depressie waar ik zo diep in verzonken was geraakt, maar ik kampte ook met chronische darmproblemen. Die zorgde ervoor dat ik nauwelijks het huis kon verlaten, omdat ik continu bij een wc in de buurt moest zijn. Achteraf gezien natuurlijk ook een prima factor die kan bijdragen aan depressie als je zo beperkt wordt. Daarbij gebruikte ik twee verschillende soorten medicijnen om mijn darmen zo veel mogelijk onder controle te houden. Waarbij er bij een van de twee medicijnen was aangegeven door de apotheek dat het depressie kon versterken, in de bijsluiter de nummer 1 bijwerking. Ik had hier na mijn terugval al drie keer contact over gehad met mijn arts en de verpleegkundige, maar alle keren hadden ze mij verteld dat het niet mogelijk was dat ik daar depressief van was geworden. De bijsluiter was tenslotte geschreven door een jurist en wat wist hij nou helemaal van geneeskunde? Ik wilde een ander medicijn ervoor in de plaats, die kreeg ik natuurlijk niet. Maar ik kon ook niet stoppen met het medicijn wat ik op dat moment gebruikte, want dat zou betekenen dat ik weer terug zou moeten naar aan huis gekluisterd zijn. Dat was niet het beste alternatief gezien mijn depressie. Dus ik moest kiezen uit twee kwaden en ook al voelde ik aan alles dat de medicijnen eigenlijk echt geen optie waren, ging ik er toch mee door. Het was op dat moment de minst slechte van de twee, denk ik.

Intake

Dit alles legde ik in een intakegesprek voor aan de orthomoleculair therapeut. Hij erkende dat hij mij een lastige casus vond, zoals meerdere mensen de afgelopen weken hadden gezegd. Maar in tegenstelling tot alle hulpverleners uit de GGZ benoemde hij ook dat het geen hopeloze situatie was en dat er een uitweg was. Hij zag er zelfs wel een uitdaging in. Nog steeds heel sceptisch, maar met wat opluchting ging ik het gesprek verder met hem aan. Ik zal je niet vervelen met alle details waar we over gesproken hebben. Maar het gevoel wat ik erbij kreeg wil ik je niet onthouden. Hij was de eerste in al die weken die eindelijk zag en kon benoemen hoe vreselijk vermoeid ik was. Ik kon dit nooit aan iemand uitleggen, maar hij legde het aan mij uit en ik kon mij er precies in vinden. In de dingen die hij zei voelde ik zoveel herkenning dat het voelde alsof ik echt op de juiste plek op het juiste moment was. Ik kreeg er tijdens het gesprek vertrouwen in dat deze man mij verder op weg zou kunnen helpen, al zou het maar een klein stukje zijn. Hij had het er zelfs over dat als ik lang genoeg bij hem in behandeling zou blijven, ik uiteindelijk zou kunnen leven zonder medicatie voor mijn lichamelijke én psychische klachten. Natuurlijk kickte de scepsis daar voor mij weer heel hard in, maar deze man was in ieder geval heel positief gestemd, iets wat ik de afgelopen weken niet had gezien bij de hulpverlening. 
Ik maakte het gesprek af en ging met een lijstje met supplementen weer naar huis. Ik besloot thuis dat ik de verhoging van mijn antidepressiva niet zou accepteren, ik zat namelijk al zo hoog in mijn dosis. Ik zou de supplementen gaan slikken en als dat niet zou werken kon ik altijd nog omhoog met de antidepressiva. Ik zou het een maand de tijd geven. 

Meer dan een maand

Inmiddels zijn we een half jaar verder en kom ik iedere twee maanden bij Casper Beukema, mijn orthomoleculair therapeut. Ik slik supplementen die hij mij adviseert en ik kan niet stellig zeggen dat het alleen maar daar aan ligt, maar ik ben stukje bij beetje aan het opknappen.
Binnen een maand deden mijn darmen het zo goed op de supplementen dat ik dat ene medicijn voor mijn darmen niet meer hoefde te gebruiken. Ik ben niet meer afhankelijk van thuis blijven, want mijn darmen zijn een stuk gezonder dan ze in de afgelopen jaren zijn geweest. Ik ben niet meer depressief geweest en ik heb ook niet meer van die hele zwarte dagen gehad die ik daarvoor meerdere keren per week had. Mijn energie is nog niet om over naar huis te schrijven, maar ik voel mij al wel minder vermoeid dan op de eerste dag dat ik bij hem kwam. Ik ben op het moment zelfs wat antidepressiva aan het afbouwen, want ik wil gewoon wat meer voelen dan ik deed. Een retespannend traject, maar hier had ik al die tijd al zoveel zin in. Want niets is frustrerender dan eigenlijk helemaal niets meer voelen of moeten gokken wat je op bepaalde momenten zou moeten voelen. En ik moet zeggen, tot nu toe gaat het goed en heb ik weer wat meer emoties terug. 
Ik sta er nog steeds sceptisch in, iedere keer als de twee maanden om zijn en ik weer naar de orthomoleculair therapeut ga ben ik ervan overtuigd dat ik ga stoppen met zijn behandeling omdat ik denk dat het mij niks brengt. Maar ik kan er toch ook niet echt omheen dat ik wel opknap. Ik laat het in het midden of dat dan alleen van de supplementen is of dat het ook door andere factoren komt. Ik ben allang blij dat er vooruitgang in zit. 
En weet je, ik probeer het gewoon nog een maand.

Liefs Judith